Bron: www.eea.europa.eu
België: 2021-09-21 10:55:00 , News
De EER-briefing presenteert de meest recente officiële gegevens voor 2019, evenals voorlopige gegevens voor 2020, over concentraties van de belangrijkste luchtverontreinigende stoffen gemeten op meer dan 4.500 meetstations in 40 Europese landen.
Uit de EER-gegevens blijkt dat luchtverontreiniging nog steeds een groot gezondheidsrisico is voor Europeanen. In Midden- en Oost-Europa leidt de verbranding van vaste brandstoffen voor de verwarming van woningen en de industrie tot hoge concentraties van zowel fijn als grof stof, evenals benzo[a]pyreen, een bekend carcinogeen. Blootstelling aan fijnstof veroorzaakt hart- en vaatziekten, longkanker en andere ziekten die leiden tot vroegtijdige sterfte. In grotere steden blijven hoge concentraties stikstofdioxide bestaan als gevolg van het wegverkeer, waarbij stikstofdioxide in verband wordt gebracht met astma en ademhalingsproblemen. En, vooral in Zuid-Europa, reageren verontreinigende stoffen die door menselijke activiteiten worden uitgestoten, in hitte en zonlicht om hoge concentraties ozon op leefniveau te produceren, die verband houden met hart- en vaatziekten en irritatie van de ogen, neus en keel.
Belangrijkste resultaten:
- Fijnstof (PM10): 21 landen (waarvan 16 EU-lidstaten)[1]) registreerde in 2019 concentraties boven de EU-daggrenswaarde, terwijl 31 landen vanaf 2005 concentraties registreerden boven de strengere richtlijn van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO).
- Fijn stof (PM2,5): 7 landen (waarvan 4 EU-lidstaten) registreerden in 2019 concentraties boven de EU-jaargrenswaarde, terwijl 28 landen concentraties registreerden boven de WHO-richtlijn uit 2005.
- Ozon op leefniveau (O3): 24 landen (waarvan 19 EU-lidstaten) registreerden in 2019 concentraties boven de EU-jaargrenswaarde, terwijl alle landen concentraties registreerden boven de WHO-richtlijn uit 2005.
- Stikstofdioxide (NO2): 22 landen (waarvan 18 EU-lidstaten) registreerden in 2019 concentraties boven de EU-jaargrenswaarde, gelijk aan de WHO-richtlijn uit 2005.
Uit de gegevens van het EEA blijkt dat de luchtkwaliteit in Europa in 2020 is verbeterd, aangezien lockdown-maatregelen om de verspreiding van COVID-19 onder controle te houden, hebben geleid tot een daling van de transportemissies, in combinatie met gunstige weerspatronen. Een EER-analyse van de effecten van COVID-19-lockdowns op de luchtkwaliteit in 2020 wordt gepresenteerd in een aparte briefing en uitgebreider in de Luchtkwaliteit in Europa – rapport 2020.
Achtergrond
De WHO heeft richtlijnen voor luchtkwaliteit opgesteld om de menselijke gezondheid te beschermen tegen de effecten van luchtverontreinigende stoffen. Deze richtlijnen stammen uit 2005 en zijn gebaseerd op het beste wetenschappelijke bewijs dat op dat moment beschikbaar was. WHO publiceert naar verwachting op 22 september 2021 nieuwe luchtkwaliteitsrichtlijnen.
De EU-richtlijnen voor luchtkwaliteit maximumwaarden vastgesteld voor in totaal 13 luchtverontreinigende stoffen. Hoewel deze waarden rekening houden met relevante WHO-richtlijnen, weerspiegelen ze ook de technische en economische haalbaarheid van hun verwezenlijking in de EU-lidstaten. Voor de meeste luchtverontreinigende stoffen zijn de EU-luchtkwaliteitsnormen minder streng dan de WHO 2005 richtlijnen voor luchtkwaliteit.
Andere belangrijke bronnen:
[1] De beoordeling door het EMA van de toestand van de luchtkwaliteit in 2019 en 2020 omvat gegevens uit het Verenigd Koninkrijk, in overeenstemming met de voorwaarden van het terugtrekkingsakkoord, dat op 1 februari 2020 in werking is getreden.
Lees dit artikel en meer van www.eea.europa.eu
Zoek MeNu Netwerk: Elektronische Informatie Dienst
Opmerkingen